Omdat Tom volgens de verantwoordelijke dienst niet de eigenaar van zijn eigen huis was, heeft hij een ware veldslag met de bureaucratie moeten voeren om aan het toen al verplichte energielabel te komen.
Zie zijn drie berichten daarover op internet:
Het beleid is goed bedoeld, maar van geen enkele waarde. De Hekking’s van deze wereld eten er niettemin goed van. De bureaucratie is van een vertederende onnozelheid. Ik kreeg een registratienummer op naam van iemand die ik niet kende, maar uitleg ontbrak. Vervolgens kwam een briefje van een particulier adres uit Amsterdam, gericht aan de heer Doormal, twee schrijffouten van mijn naam, maar aan te nemen was dat ze mij bedoelden. De deskundige schrijft: “Aangezien deze keuring per post plaats vindt moet ik twee euro portokosten in rekening brengen. Ik hoop dat u daar geen bezwaar tegen heeft.”
Ik heb maar betaald. De kosten van 17 euro totaal zijn tenslotte een spotprijsje, als je daarvoor de Rijksdienst van Ondernemend Nederland maanden hebt bezig kunnen houden.
Het probleem blijft: een goed doel wordt door een absurdistisch gedetailleerde instructie van uitvoerders volledig om zeep geholpen.
Een paar maanden later schreef Marcel Canoy een column Deine Sorgen (ESB, 17 november 2015) over dit fenomeen.
Citaat:
GewichtigOpvallend is dat men ambtelijk gewichtig doet over het label. Hoera, rijksmonumenten en woonboten zijn uitgesloten! En wee je gebeente als je niet meedoet. Dan riskeer je een boete van 400 euro. Verder is er een industrie van certificeerbedrijfjes ontstaan.
ControleHoe gaat dat in zijn werk? Voor een kleine 10 euro ‘controleert’ zo’n bedrijf of mensen het formuliertje goed hebben ingevuld. Lekker goedkoop, maar voor dat geld is het niet mogelijk te controleren of mensen foto’s meesturen van hele andere huizen. Zo wordt het een peulenschilletje om voor ieder huis een A-label te bemachtigen.
De heren zijn het redelijk eens. Saillant detail is dat de econoom het circa 40 % goedkoper heeft kunnen regelen dan de politicoloog. Maar de laatste heeft dan ook label C terwijl de eerste het met de schande van label G door het leven moet!
Bij de verkoop van onze recreatiewoning medio augustus dit jaar hebben we volgens onze makelaar ook een energielabel nodig.
Dat kan nog altijd na de verkoop aangeleverd worden, dus nog steeds is meer relevant dat aan de verplichting wordt voldaan dan dat de koper vooraf geïnformeerd wordt over de zuinigheid van de te kopen woning. Voor het label moet je een aanvraag indienen om een eerder toegekend voorlopig label te vervangen door een definitief label, waartoe je een externe deskundige in kunt huren die dat, zoals ook al hierboven gemeld, voor een beperkt bedrag voor je regelt.
Maar wat te doen als je geen voorlopig label hebt omdat je kennelijk niet als daarvoor relevant bent geregistreerd?
De regeling voor recreatiewoningen heeft een interessante bepaling:
Er is geen energielabel nodig voor ‘residentiële gebouwen die minder dan vier maanden per jaar worden gebruikt, respectievelijk bedoeld zijn om minder dan vier maanden per jaar te worden gebruikt, of gedurende een beperkte gebruikstijd per jaar en met een verwacht energieverbruik van minder dan 25% van wat het jaarlijkse energiegebruik zou opleveren’.
De notaris verwijst in de verkoopakte naar deze bepaling.
Er zijn jaren geweest dat we er meer gebruik van gemaakt heb dan hier staat, en wat onze kopers gaan doen kunnen we vermoeden maar niet zeker weten.
Heel interessant wie dat gaat contoleren en hoe!
Naar mij later blijkt is ook een bepaling dat het label niet nodig is voor caravans. Onze woning is L-vormig en opgebouwd uit twee stacaravans. Verplaatsen kan alleen door het object weer te splitsen, wat simpeler gezegd is dan gedaan als je later de delen ook weer aan elkaar zou willen plaatsen en laten functioneren als geheel.
Is dit nog steeds een caravan? Wij gaan er niet mee de weg op! De gemeente laat ons in elk geval toch ook wel onroerend goed belasting betalen!
Mijn poging om mijn recreatiewoning geregistreerd te krijgen in de BAG (Basis Administratie Gebouwen) loopt vertraging op bij de gemeente wegens de vakantieperiode en later op onwil omdat volgens de behandelende ambtenaar ons optrekje volgens hem een caravan is en geen gebouw. Maar dat weten de makelaar en de notaris dan weer niet…..
En op de kaart van de BAG staat op de goede plek wel een L-vormig grijs vlak ingetekend.
Wel zou ik een huisnummer (met toevoeging) kunnen aanvragen via een digitaal formulier, vergezeld van bouwtekeningen, situatieschets etc.). Maar de beoordeling zal dan ook even duren…..
Gelukkig blijkt er dan een goed Nederlandse oplossing. De Inspectie Leefomgeving en Transport die hierover gaat, constateert en meldt:
Omdat de informatie (tussen BZK en Recron) over het wel of niet verplicht zijn van energielabels bij recreatiewoningen onduidelijk is geweest voor wat betreft de term ‘gebruik’ handhaaft de ILT voorlopig niet op recreatiewoningen. In deze situaties zal dus geen (voornemen) last onder dwangsom worden opgelegd.
Gedogen dus, vooropig.
Daarmee is het probleem van de dreigende boete of dwangsom voor ons uit de wereld. Maar voor die vele tienduizenden andere recreatiewoningen blijven drie vragen die bij voorgenomen verkoop opduiken:
Kortom, we hebben het in Nederland weer en nog steeds voor elkaar dat een mooie intentie (energiebesparing) zo geregeld wordt dat velen druk zijn met bureaucratische verwarring en het beleidsdoel geen stap dichterbij komt! Klein bier, zegt Tom terecht, en Marcel denkt dat asielzoekers jaloers zijn dat wij dit soort problemen hebben…..
Maar we blijven collectief volharden in deze eenmaal ingeslagen weg.
Reyer Brons, 20 augustus 2017